Elke 60-plusser moet recht krijgen op een vaccinatie met Pfizer/Moderna als hij/zij geen vaccinatie met AstraZeneca wil.
Verontruste burgers van 60-65 jaar die graag gevaccineerd willen worden, hun naasten, en anderen,
om iedereen die geen AstraZeneca vaccin wil de keuze te geven voor vaccinatie met Pfizer/Moderna en gewoon aan de beurt te laten komen als zijn/haar geboortejaar aan de beurt is met de grootschalige GGD-campagne met Pfizer/Moderna van oud naar jong.
Herhalingsoproep voor coronavaccinatie bij 60-plussers
Vanaf aanstaande zaterdag krijgen 60-plussers die nog niet zijn gevaccineerd opnieuw een uitnodigingsbrief voor coronavaccinatie op de mat.
Mensen tussen de 60 en 64 jaar konden tot nu toe alleen worden gevaccineerd bij de huisarts met AstraZeneca. Mensen tussen de 60 en 64 jaar die nog niet zijn gevaccineerd, kunnen bij de GGD worden gevaccineerd met Pfizer of Moderna. Zij kunnen vanaf zaterdag 5 juni online een afspraak maken.
Bron: Rijksoverheid.nl
REACTIE VAN PETITIONARIS
Dank allemaal voor het ondertekenen van de petitie! Het is gelukt om voor onze groep Pfizer/Moderna te krijgen en dat was het doel, dus daarom sluiten we de petitie.
Pas een beetje op elkaar en wees lief voor elkaar. Wees ook lief voor de medewerkers van de GGD en wacht netjes tot 5 juni met het maken van een afspraak. Die afspraak gaat er komen dus wees blij!
De petitie loopt gestaag door. Hopelijk komt er vandaag duidelijkheid voor onze groep.
Minister De Jonge had beloofd in kamerdebat dat hij uiterlijk vandaag zou laten weten wat er met de groep 1956-1960 zou gebeuren.
Om hem aan die belofte te herinneren heeft Wilders kamervragen gesteld waar hij vandaag antwoord op wil hebben.
De minister heeft in het vorige debat beloofd dat hij binnen 2 weken met een brief zou komen waarin staat hoe hij om gaat met de groep 1956-1960. Het hele verslag is hier te lezen.
"Dan de vraag van de heer Wilders over AstraZeneca voor 60- tot 64-jarigen.
Ik heb zojuist aangegeven dat ik de interval voor die groep wil verkorten, zodat we zorgen dat deze mensen eerder gevaccineerd zijn. Het beeld is wisselend. Ja, ik erken de verhalen die de heer Wilders schetst. Die krijg ik ook in de mailbox en die zie ik ook voorbijkomen op social media. Ik snap dat mensen door alle berichten denken: als ik had kunnen kiezen, had ik misschien wel liever Pfizer gehad. Ik hecht eraan — de heer Wilders zal dat met mij eens zijn — te onderstrepen dat we zeer alert zijn op de veiligheid van de vaccins. Van de vaccins die de overheid aanbiedt, programmeert voor een bepaalde leeftijdsgroep, mogen mensen ervan uitgaan dat ze op basis van de laatste stand van de wetenschap veilig, betrouwbaar en effectief zijn.
Dat is ook de reden dat wij met een gerust hart, zeker na alle advisering, ook op basis van alle internationale wetenschappelijke bewijzen die inmiddels verzameld zijn over de veiligheidsaspecten van de inzet van AstraZeneca, voor 60- tot 64-jarigen AstraZeneca aanbieden. Als ik nu zou zeggen "oké, meneer Wilders, ik begrijp het wel; we vinden het veilig, het is ook veilig, maar omdat mensen liever een ander vaccin hadden gehad, introduceren we een soort keuzeoptie voor de 60- tot 64-jarigen", dan vertraag ik de vaccinatieoperatie. En dat moet ik niet doen, want dat betekent dat je voor de 60-plussers voor wie dit vaccin veilig en effectief is, een deel van de vaccins er uithaalt, omdat die mensen Pfizer willen hebben. Dat betekent vervolgens dat ik die Pfizer niet meer kan inzetten voor bijvoorbeeld de groep mensen met een medische indicatie. Kortom, in zijn totaliteit is dat een minder effectieve inzet, een minder efficiënte inzet. Daarmee vertraag ik dus de vaccinatiecampagne. Daar wil ik dat niet nu doen.
Als mensen hun vaccin aangeboden hebben gekregen of als er zo ongelofelijk veel binnenkort dat de volgorde der dingen minder speelt, komt er een moment dat we tot een keuze kunnen komen. Oké, mensen die destijds niet hebben gekozen voor het aanbod dat ze in de eerste plaats kregen, krijgen nu alsnog een ander vaccin naar keuze aangeboden, bijvoorbeeld Pfizer. Dat kan, maar dat moment is niet nu. Als ik het nu doe, vertraag ik. Als ik het later doe, kan het geen kwaad meer.
De heer Wilders (PVV): Niemand wil het natuurlijk vertragen, maar mensen zijn natuurlijk ook niet gek. Ik ga hier niet zeggen dat het onveilig is hoor, maar mensen lezen het nieuws. Hoe klein de kans ook is, ze zien dat er bij Lareb vijftien meldingen van trombose zijn geweest, zes mensen ouder dan 60 jaar, drie mensen tussen de 40 en 60, zes tussen de 20 en 40. Het zijn vooral vrouwen: twaalf vrouwen, drie mannen. Als je kijkt naar het totaal, is de kans natuurlijk klein. Iemand die er veel verstand van heeft, vertelde mij dat Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland geen AstraZeneca meer gebruiken. Ik snap wel — u snapt het ook, zegt u — dat mensen er huiverig voor zijn, ook al zegt u dat iedereen ernaar gekeken heeft en dat het veilig is. Andere landen gebruiken het niet, misschien om andere redenen. Hoe klein de kans ook is, er is hier en daar trombose opgetreden bij vrouwen boven de 60. Wat is dan het alternatief dat u voor die mensen heeft? Het is belangrijk dat zij ook vrijwillig worden ingeënt. Het zijn mensen die dat ook willen. We hebben het hier niet over mensen die zeggen "ik wil niet geprikt worden". Het zijn geen weigeraars of wat dan ook, wat je er ook van vindt. Het zijn mensen die zeggen "ik wil graag geprikt worden, alleen vertrouw ik dat niet". Als de minister zegt dat het niet nu kan en dat hij het vertraagt, kan hij die mensen dan een indicatie geven van wanneer het wel kan? Is dat een redelijke termijn? Moeten ze vier maanden wachten of kan het over een week? Kunt u ze iets van een perspectief bieden en zeggen: nou, dan vertraag ik het niet, maar dan kan het wel?
Minister De Jonge: Allereerst die getallen van Lareb. Ik hecht eraan te onderstrepen — de heer Wilders heeft dat ook kunnen zien en volgens mij heeft hij dat ook altijd ondersteund — dat wij zeer alert op basis van de internationale signalen hebben geacteerd. Altijd heel bewust en daarmee hebben we gezondheidsschade voorkomen en hebben we vertrouwen gehouden in het vaccinatieprogramma: als de overheid een vaccin aanbiedt, doet ze dat op basis van de laatste stand van de wetenschap. Boven de 60 is de keuze niet moeilijk te maken. Het vaccin is veilig en de incidentie — de mate waarin dit zeer zeldzame, maar toch zeer ernstige ziektebeeld voorkomt — is boven de 60 eigenlijk niet of nauwelijks hoger dan de achtergrondprevalentie.
Onder de 60 is die verhouding andersom. U citeerde zojuist uit een rapport — ik meen dat dat een internationaal rapport is — waarin inderdaad wordt gezegd dat bijvoorbeeld voor jonge mensen, tussen de 20 en 30 of tussen de 30 en 40, de kans op een zeer ernstig ziektebeloop door corona zeer gering is. De kans op die zeer zeldzame, maar toch zeer ernstige bijwerking is ongeveer even groot of soms zelfs groter dan de kans op sterfte door corona. Dan is de keuze natuurlijk vrij makkelijk te maken. Zeker omdat we alternatieve vaccins hebben, bieden we onder de 60 alternatieve vaccins aan. Boven de 60 ligt die verhouding totaal anders en is de balans totaal positief. Dus, boven de 60 AstraZeneca.
De tweede vraag is een zeer terechte vraag. Tot op heden heb ik altijd gezegd: we prikken wat de pot schaft en als we helemaal klaar zijn, kijken we hoe we verdergaan. Dat zeg ik nog steeds, maar ik zeg er nog wel iets bij. De komende weken gaan we bekijken of we het interval kunnen verkorten tussen de eerste en tweede prik met AstraZeneca. Daardoor hoop ik in ieder geval eerder klaar te zijn met die groep 60- tot 64-jarigen. Daarnaast ligt er een aantal verwachtingen bij uw Kamer over wat we vervolgens zouden kunnen doen met de inzet van AstraZeneca. Die verwachtingen heeft het kabinet ook. Dat is een keuzemogelijkheid bieden aan mensen die zeggen: ik neem dat risico wel, want ik wil eerder gevaccineerd zijn. Dat is de internationale inzet ervan. Suriname heeft hiervoor bijvoorbeeld een verzoek ingediend. Op het moment dat je op die manier omgaat met het resterende AstraZenecavaccin, zou dat ook het moment kunnen zijn waarop je tegen de 60- tot 64-jarigen die nog niet zijn geprikt, zegt: oké, nu kunnen jullie ook mee in de rest van de campagne. Wanneer dat moment is, kan ik nu niet zeggen, omdat dat te maken heeft met de ruimte die ik zie binnen de bijsluiter en de adviezen van de Gezondheidsraad om het interval verder te bekorten. Ik beloof de heer Wilders dat zodra we dat weten, zodra we dat moment in de tijd kunnen noemen, ik dat de Kamer zal melden.
De heer Wilders (PVV): Maar dat is niet over een paar maanden?
Minister De Jonge: Nee, nee, nee.
De heer Wilders (PVV): Dat is eerder over een paar weken dan over een paar maanden?
Minister De Jonge: Het moment dat ik het laat weten, is binnen twee weken. Het moment dat het zal zijn, hangt helemaal af van het interval dat ik kan organiseren, maar zeker niet pas over een paar maanden, want dan zijn we sowieso al klaar. Dat over de alternatieve inzet."
En later over de motie Wilders:
"De voorzitter: Dank u wel. Nog even voor het overzicht: de motie op stuk nr. 1189 van de heer Wilders was ontraden? Daar had u nog geen appreciatie over gegeven. Dat ging over AstraZeneca.
Minister De Jonge: Die heb ik ontraden.
De voorzitter: Die heeft u ontraden. Oké. Daar had u inderdaad nog een toelichting op gegeven.
De heer Wilders (PVV): Daar hebben wij een debat over gehad. Ik neem aan dat u de motie ontraadt omdat er staat: "vanaf komende week". Daar kan ik van maken, indachtig ons interruptiedebatje: "zo snel als mogelijk". U zei dat u er over een paar weken op terugkomt.
Minister De Jonge: Toch ga ik de motie ook dan ontraden. Dat heeft als reden dat ik niet wil dat mensen gaan anticiperen en nu niet het AstraZenecavaccin nemen, omdat er al vrij snel een alternatief aankomt. Dat wil ik nu juist niet. Ik wil dat ze gebruik maken van het aanbod dat er nu is. Als dat klaar is, dan … et cetera."
Luister naar de podcast met Diederik Gommers
Oproep aan de minister luister naar hem alsjeblieft!
Dhr. Gommers vraagt of de minister naar onze groep wil luisteren en noemt ook de petitie..